In Shadowlands, de film die over het leven van de schrijver en intellectueel C.S. Lewis gaat, zegt een van zijn studenten tegen hem "We read to know that we are not alone", een zin die Lewis flink aan het denken zet en die hij later zelf ook een keer uitspreekt. Nu ben ik
alone en ik
read een heleboel, dus logischerwijs zette de zin ook mij aan het denken. Wat mij betreft schuilt er een waarheid in de uitspraak. Als ik een goed boek lees - een
goed boek - of het nu een autobiografie, thriller of historisch boek is, dan voel ik mij vaak opgenomen in die wereld. Natuurlijk zit ik aan de woonkamertafel, op de leesstoel of op de bank, maar in gedachten ben ik op een plaats delict, in een buitenlands gebergte of ergens tweehonderd jaar geleden.
De kat vindt het fijner als ik een boek lees dan dat ik achter de computer zit, want dat laatste doe ik bijna altijd aan de woonkamertafel, waar de kat niet tegen mij aan kan liggen en zodoende de warmte van mijn been moet missen. En mijn kat is dol op been. Hij denkt dat het zijn persoonlijke
stash van 37 graden Celsius is. Dus de kat ziet mij graag lezen.
Hell, ík zie mij graag lezen. (En ik ben dol op mijn been - heb zelfs een reserve aan de rechterkant - maar dat lijkt me niet meer dan normaal.) Toch schaam ik mezelf wel eens voor de kilometers boek die ik langs mijn ogen laat glijden. In de afgelopen twee weken heb ik vijf boeken gelezen. En ja, ik kom ook nog wel eens buiten. Elke dag eigenlijk. Inclusief sociaal leven. Maar ik lees graag tijdens het eten. En ik lees graag tijdens het koken. (Die laatste twee zinnen bij voorkeur omgedraaid.) En ik lees graag als ik een half uurtje niets te doen heb. Ik lees graag voor ik ga slapen. En als het boek heel goed is, dan lees ik zelfs op het toilet. Maar dan denk ik, laat ik maar niet aan mensen vertellen dat ik zoveel lees. Dan denken ze dat ik alleen maar met mijn hoofd in de boeken zit.
Lezen alleenstaande mensen meer? Dat hebben niet-alleenstaande mensen mij wel eens verteld, maar ik heb me nooit aan de indruk kunnen onttrekken dat ze het meer tegen zichzelf zeiden, als een excuus voor het niet oppakken van een boek of, in mindere mate, het niet kunnen doorworstelen of doorgronden van een te hoog gegrepen literair werk. Vroeger als kind las ik ook heel veel. Mijn broer ook, maar ik weet niet of hij nog steeds zoveel leest, ik spreek hem niet zo vaak. Mijn moeder leest ook veel. Mijn vader leest wat langzamer en mijn andere broer en zus lezen niet zo veel.
Nou, goed. Mijn boek is dus uit. Net. The Last Child van John Hart. Mooi boek. Spannend ook.